Vitamine D vertraagt de progressie van darmkanker
Vitamine D is een belangrijke regulator van biochemische processen in de darm. De darmwandcellen bevatten veel vitamine D-receptoren. Het activeren van deze receptoren door vitamine D is nodig voor het gezond houden van de darmwand, voor het bestrijden van ziekteverwekkende organismen, voor de activiteit van immuuncellen en het regelen van inflammatie. Vitamine D verhoogt de activiteit van antikankergenen (tumor suppressor genen) en verlaagt de activiteit van kankergenen (oncogenen) (Sun M, 2016).
Er waren tot nog toe geen gecontroleerde studies die het effect van vitamine D-suppletie voor het behandelen van darmkanker onderzocht hadden, wel klinische studies die aantonen dat vitamine D verschillende genetische factoren die betrokken zijn bij het ontstaan en de progressie van darmkanker gunstig beïnvloedt. Vitamine D-suppletie remt proliferatie (woekering) van darmcellen, stimuleert apoptose (zelfvernietiging of geprogrammeerde celdood) en differentiatie (rijping) van darmcellen en remt DNA-schade in het darmslijmvlies. Het verhindert het ontstaan van en het aantal afwijkende crypten en darmpoliepen (de voorlopers van darmkanker) (Fedirko V, 2009; Fedirko V, 2010; Ahearn TU, 2012).
Op de jaarlijkse bijeenkomst van de American Society of Clinical Oncology (ASCO) in juni 2017 werden de resultaten van de eerste klinische studie met vitamine D-suppletie bij darmkanker bekendgemaakt.
Patiënten met uitgezaaide darmkanker die voordien niet behandeld waren, kregen naast chemotherapie (FOLFOX6 plus bevacizumab) ofwel een hoge dosis vitamine D, ofwel een lage dosis vitamine D. De hoge dosering bestond uit twee weken 8.000 IE per dag gevolgd door 4.000 IE per dag. De lage dosering bestond uit 400 IE per dag.
De patiënten die de hoge dosis vitamine D kregen waren aan het begin van de studie in een slechtere fysieke toestand dan de patiënten die de lage dosis kregen, maar de progressie van hun kanker werd gemiddeld met twee maanden vertraagd. Dat wil zeggen dat hun kanker twee maanden langer stabiel was (geen tumorgroei) dan die van de groep die de lage dosis kreeg (13,1 maanden tegenover 11,2 maanden). Ze hadden ook veel minder last van ernstige diarree als gevolg van de chemo (Ng K, 2017).
DNA onderzoek: Van wangslijm sample tot DNA Boek, extra diagnose
Lees verder »